Was de bitcoin een aantal jaar geleden voor velen nog onbekend terrein, inmiddels verdiepen steeds meer mensen zich in deze cryptocurrency. Ook in de rechtspraak is de munt inmiddels opgedoken, namelijk in de volgende kwestie waarin een werknemer tijdens werktijd en met gebruikmaking van bedrijfseigendommen van de werkgever bitcoins minede. Mag dat wel?
De feiten
Werknemer, een vindingrijke systeembeheerder, houdt zich in zijn vrije tijd bezig met het minen (delven) van bitcoins. In het voorjaar van 2017 komt hij op het lumineuze idee om een bitcoinmachine in de serverkast bij zijn werkgever te plaatsen zodat hij met gebruikmaking van het wifi-netwerk van de werkgever ook onder werktijd door kan gaan met het minen. Als bij de werkgever het vermoeden bestaat dat de werknemer zich mogelijk ook op het werk bezig houdt met minen gaat zij op onderzoek uit en ontdekt de bitcoinmachine in haar serverkast. De werknemer wordt op non-actief gesteld en een dag later op staande voet ontslagen. Als redenen voor het ontslag voert de werkgever onder andere aan dat de werkgever bedrijfseigendommen oneigenlijk heeft gebruikt en dat hiermee het vertrouwen in hem onherstelbaar is geschaad.
De werknemer laat het er niet bij zitten en stapt naar de rechter. Hij stelt dat de werkgever geen dringende reden had om hem op staande voet te ontslaan. Hij legt zich neer bij het einde van het dienstverband – hij heeft inmiddels namelijk al een nieuwe baan – maar vordert wel diverse (schade)vergoedingen, zoals de transitievergoeding, de billijke vergoeding en een vergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn.
Het oordeel van de rechter
Naar het oordeel van de kantonrechter ligt het zwaartepunt in deze zaak in het gebrek aan vertrouwen dat de werkgever naar aanleiding van dit incident in de werknemer heeft gekregen. De werkgever heeft dit ook aangevoerd als een van de redenen voor het ontslag. De kantonrechter is van oordeel dat de werknemer had moeten aanvoelen dat hij met zijn gedrag een grens heeft overschreden; zeker nu hij de bitcoinmachine heimelijk had geplaatst. De rechter noemt het een inschattingsfout.
Rekening houdend met het feit dat de werknemer nooit eerder dergelijk gedrag heeft getoond en dat niet gebleken is dat zijn werkzaamheden er onder hebben geleden is de kantonrechter van mening dat ontslag op staande voet een te zware straf is in dezen. De werkgever had moeten volstaan met een minder zware sanctie dan wel het einde van het dienstverband op een andere wijze moeten zien te bereiken.
Nu het ontslag op staande voet niet terecht blijkt en de werknemer niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, heeft hij in ieder geval recht op de transitievergoeding, de vergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn. De verzochte billijke vergoeding van € 50.000,- wordt afgewezen mede omdat werknemer wel “flink verwijtbaar” heeft gehandeld en hij binnen 6 weken alweer een nieuwe baan had waardoor de schade beperkt is gebleven.
Wilt u kennis nemen van de hele uitspraak? Klik dan hier: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2018:368
Conclusie
Deze uitspraak bevestigt maar weer eens dat werkgevers voorzichtig moeten zijn in het geven van een ontslag op staande voet. Een onterecht ontslag op staande voet kan de werkgever duur komen te staan. Win als werkgever altijd juridisch advies in voordat u overgaat tot actie en denk (samen met een adviseur) goed na over de reden die ten grondslag wordt gelegd aan het ontslag. Voor werknemers geldt overigens dat deze uitspraak zeker geen vrijbrief is om onder werktijd en op kosten van de werkgever bitcoins te gaan minen!
Heeft u vragen over ontslag (op staande voet)? Bel of mail MW Legal!